TitelDatumPopulariteitActiefReacties

Schoolwiki

06. De doorstroming

Binnen De Internationale Vos doorloopt iedere leerling een route die gebaseerd is op mogelijkheid, ambitie en tempo. Leerlingen die als beginners aangemeld worden, zullen gemiddeld twee jaar lessen volgen aan De Internationale Vos. Een belangrijk uitgangspunt voor doorverwijzing naar een reguliere onderwijsgroep is het taalniveau. Dit niveau wordt op verschillende manieren vastgesteld:

1. In de analysefase wordt de leerroute van de leerling bepaald aan de hand van de verlengde intake-toets van ICE/ LOWAN. Deze geeft een belangrijke indicatie van het niveau van de leerling en zijn leerbehoefte.

2. Naar aanleiding van toetsen en opdrachten binnen het groepsverband en individueel. Door gemaakte toetsen en opdrachten kan het taalniveau van een leerling nauwkeurig worden vastgesteld. Voor de plaatsing naar een volgende groep is het nodig dat een leerling het vereiste niveau beheerst. Ook wordt per periode bekeken in hoeverre de leerling de vooraf gestelde doelen heeft bereikt en wordt er gekeken naar de leerhouding, de zelfstandigheid en de aanwezigheid.

3. Om het niveau voor bijvoorbeeld Nederlands en Rekenen vast te stellen, maken wij naast de Cito-toetsen gebruik van de landelijk erkende ICE toetsen (goedgekeurd door de Onderwijsinspectie). Deze toetsen zijn er op de volgende niveaus:A1, A2, B1 en B2. De meeste leerlingen kunnen tijdens hun verblijf A2 niveau halen. Dit is voldoende voor doorstroom naar VMBO of indien 16 jaar of ouder naar MBO. Leerlingen die B1 of B2 niveau halen kunnen doorstromen naar HAVO, VWO of indien 16 jaar of ouder naar het MBO. Een leerling maakt een ICE-toets als hij, naar het oordeel van de didactische coach, voldoende kennis en vaardigheden heeft om de toets succesvol af te leggen.  (Zeer) moeilijk lerende kinderen en/of kinderen met een leerachterstand die niet in staat zijn binnen 2 jaar A2 te halen kunnen doorstoom naar het Praktijkonderwijs.

De uitzonderingen

Er zijn leerlingen die niet in staat zijn het traject in 2 jaar af te ronden, bijvoorbeeld als ze bijna of geen onderwijs hebben genoten of door persoonlijke omstandigheden. Voor deze leerlingen  wordt in overleg met ouders/verzorgers of voogd en leerling naar een passende oplossing gezocht.

06. De Sportklas

In de Sportklas volgen de leerlingen naast de twee reguliere lessen Lichamelijke Opvoeding (L.O.) twee uur Sportoriëntatie. In het Sportoriëntatieprogramma maken de leerlingen kennis met voor hen vaak nieuwe takken van sport, zoals muurklimmen, snowboarden, kanoën en skaten.  

De leerlingen kunnen zich aanmelden tijdens de inschrijving. Wij verwachten van deze leerlingen voldoende motivatie, samenwerking en enthousiasme voor het sporten in het algemeen. De Sportklas is niet bedoeld voor topsporters, maar voor leerlingen die plezier beleven aan sport en bereid zijn zich hiervoor flink in te zetten. Van de leerlingen mag verwacht worden dat hij/zij actief meewerken aan de organisatie van buitenschoolse (sport)activiteiten en sportdagen.

Aan deelname aan de Sportklas zijn extra kosten verbonden. Deze vindt u in het hoofdstuk Financiën.

06. Laptopregeling

Op De Vos bestaat integratie van digitaal onderwijs in het lesprogramma. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van laptops. Elke leerling heeft tijdens het schooljaar de beschikking over een eigen laptop en kan hiermee deelnemen aan het (digitale) lesprogramma.  

Alle leerlingen die zijn aangemeld op één van de scholen van De Vlaardingse Openbare Scholengroep moeten daarom dus beschikken over een laptop. Voor deze laptop zijn er twee mogelijkheden. Een laptop via school of een zelf meegebrachte laptop (BYOD = bring your own device). 

Bij de laptop via school zal er een rechtstreeks contract aangegaan worden bij The Rent Company. De kosten zijn hierbij voor rekening van de ouder(s) en bedragen per laptop € 18,40 per maand. De looptijd hierbij is 48 maanden. Deze laptop wordt voorzien van alle software die nodig is om deel te kunnen nemen aan de lessen. Zaken als o.a. een oplaadpunt, printen (betaald) en een internet verbinding worden door de school gefaciliteerd.  

Voor zij- instromers (leerlingen die instromen vanaf klas 2) geldt een andere looptijd en dus ook een ander maandbedrag. Dit wordt naar rato verdeeld over de resterende maanden. Meer informatie kunt u bij de afdelingsleider van uw zoon of dochter krijgen.  

Indien u kiest voor een zelf meegebrachte laptop dan moet deze wel aan een aantal eisen voldoen en dit moet tijdig bij de schoolleiding bekend worden gemaakt. Er wordt vanuit de school beperkte ondersteuning geboden. Het beheer dient u dus zelf te verzorgen. Zaken als o.a. een oplaadpunt, printen (betaald) en een internet verbinding worden wel door de school gefaciliteerd. Voor de start van het schooljaar wordt u uitgebreid geïnformeerd over het gebruik van de laptop en de mogelijkheden. 

Een laptop of tablet valt niet onder de definitie van lesmateriaal, omdat het de drager is van informatie en zelf geen informatie is en niet voorgeschreven wordt voor een specifiek leerjaar. Hierdoor valt een laptop of tablet niet onder het lesmateriaal die scholen gratis aan ouders dienen te verstrekken.  

Het bezit van een laptop of tablet kan door ons als school niet van u als ouders worden geëist, net zo min als u als ouders dit van de school kunt eisen. Wij verzoeken echter wel dringend om een laptop voor uw kind aan te schaffen, aangezien er regelmatig binnen de lessen gebruik van wordt gemaakt. Als u als ouder er voor kiest om dit niet te doen, dan zal de school ervoor zorgen dat de leerling bruikbaar lesmateriaal krijgt om de lessen te volgen. Het is echter niet zo dat de leerling een laptop in bruikleen krijgt gedurende de gehele lesperiode.

06. LOB-coördinator

De Loopbaan- en Oriëntatiebegeleiding (LOB) neemt binnen de scholen een belangrijke plaats in. Vanaf leerjaar 1 krijgen de leerlingen volop kansen zich te oriënteren op hun interesses, hun persoonlijke kwaliteiten, de vervolgopleiding en het beroep. 
 

Naast de vakdocenten en de mentoren is de LOB-coördinator één van de personen die de leerlingen in het keuzeproces begeleidt. Hij/zij voert met de leerlingen gesprekken over te maken keuzes en geeft leerlingen en ouders advies bij de Praktische Profiel Oriëntatie (PPO) en bij de keuze van het vakkenpakket (mavo) of bij de keuze van het profiel (havo/vwo). 
 

De LOB-coördinator is het aanspreekpunt voor leerlingen en ouders als het gaat om voorlichting, de afname van beroepen- en interesse testen en vragen over studiefinanciering. Ook kan hij/zij doorverwijzen naar externe adviesbureaus.  Omdat de LOB-coördinator goed geïnformeerd is over de eisen van het vervolgonderwijs kan hij/zij ‘schakelen’ tussen het voortgezet onderwijs en het vervolgonderwijs (mbo, hbo, universitair).

06. LOB-coördinator

De Loopbaan- en Oriëntatiebegeleiding (LOB) neemt binnen de scholen een belangrijke plaats in. Vanaf leerjaar 1 krijgen de leerlingen volop kansen zich te oriënteren op hun interesses, hun persoonlijke kwaliteiten, de vervolgopleiding en het beroep. 
 

Naast de vakdocenten en de mentoren is de LOB-coördinator één van de personen die de leerlingen in het keuzeproces begeleidt. Hij/zij voert met de leerlingen gesprekken over te maken keuzes en geeft leerlingen en ouders advies bij de Praktische Profiel Oriëntatie (PPO) en bij de keuze van het vakkenpakket (mavo) of bij de keuze van het profiel (havo/vwo). 
 

De LOB-coördinator is het aanspreekpunt voor leerlingen en ouders als het gaat om voorlichting, de afname van beroepen- en interesse testen en vragen over studiefinanciering. Ook kan hij/zij doorverwijzen naar externe adviesbureaus.  Omdat de LOB-coördinator goed geïnformeerd is over de eisen van het vervolgonderwijs kan hij/zij ‘schakelen’ tussen het voortgezet onderwijs en het vervolgonderwijs (mbo, hbo, universitair).

06. LOB-coördinator

De Loopbaan- en Oriëntatiebegeleiding (LOB) neemt binnen de scholen een belangrijke plaats in. Vanaf leerjaar 1 krijgen de leerlingen volop kansen zich te oriënteren op hun interesses, hun persoonlijke kwaliteiten, de vervolgopleiding en het beroep. 
 

Naast de vakdocenten en de mentoren is de LOB-coördinator één van de personen die de leerlingen in het keuzeproces begeleidt. Hij/zij voert met de leerlingen gesprekken over te maken keuzes en geeft leerlingen en ouders advies bij de Praktische Profiel Oriëntatie (PPO) en bij de keuze van het vakkenpakket (mavo) of bij de keuze van het profiel (havo/vwo). 
 

De LOB-coördinator is het aanspreekpunt voor leerlingen en ouders als het gaat om voorlichting, de afname van beroepen- en interesse testen en vragen over studiefinanciering. Ook kan hij/zij doorverwijzen naar externe adviesbureaus.  Omdat de LOB-coördinator goed geïnformeerd is over de eisen van het vervolgonderwijs kan hij/zij ‘schakelen’ tussen het voortgezet onderwijs en het vervolgonderwijs (mbo, hbo, universitair).

06. LOB-coördinator

De Loopbaan- en Oriëntatiebegeleiding (LOB) neemt binnen de scholen een belangrijke plaats in. Vanaf leerjaar 1 krijgen de leerlingen volop kansen zich te oriënteren op hun interesses, hun persoonlijke kwaliteiten, en de mogelijkheden die er zijn bij vervolgopleidingen en in het werkveld.  

Naast de vakdocenten en de mentoren is de LOB-coördinator één van de personen die de leerlingen in het keuzeproces begeleidt. Hij/zij voert met de leerlingen gesprekken over te maken keuzes en geeft leerlingen en ouders advies bij de Praktische Profiel Oriëntatie (PPO) en bij de keuze van het profiel en vakkenpakket (mavo) of bij de keuze van het profiel (havo/vwo).  

De LOB-coördinator is het aanspreekpunt voor leerlingen en ouders als het gaat om voorlichting, de afname van beroepen- en interesse testen en vragen over studiefinanciering. Ook kan hij/zij doorverwijzen naar externe adviesbureaus.  Omdat de LOB-coördinator goed geïnformeerd is over de eisen van het vervolgonderwijs kan hij/zij ‘schakelen’ tussen het voortgezet onderwijs en het vervolgonderwijs (mbo, hbo, universitair). 

06. Melden van ziekte en verzuim

Als een leerling door ziekte of door een andere geldige reden niet naar school kan, moeten de ouders-verzorgers dit dezelfde dag melden vóór 08.30 uur. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de locatie waar de leerling is geplaatst. Indien het verzuim (bijvoorbeeld doktersbezoek) tevoren bekend is moet dit vooraf worden gemeld. Naast de telefonische melding moet ook een schriftelijke bevestiging van de ouders-verzorgers worden meegebracht. 

06. Melden van ziekte en verzuim

Als een leerling door ziekte of door een andere geldige reden niet naar school kan, moeten de ouders-verzorgers dit dezelfde dag melden vóór 08.30 uur. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de locatie waar de leerling is geplaatst. Indien het verzuim (bijvoorbeeld doktersbezoek) tevoren bekend is moet dit vooraf worden gemeld. Naast de telefonische melding moet ook een schriftelijke bevestiging van de ouders-verzorgers worden meegebracht. 

06. Procedure bij te laat komen

Op onze school streven we ernaar een leeromgeving te creëren waarin elke leerling zich optimaal kan ontwikkelen. Punctualiteit speelt hierbij een essentiële rol. Wanneer leerlingen op tijd aanwezig zijn, draagt dit bij aan een rustige en georganiseerde start van de les, wat de concentratie en leerprestaties ten goede komt. Te laat komen verstoort de lessen, zowel voor de leerling zelf als voor medeleerlingen en docenten. Om ervoor te zorgen dat iedereen maximaal kan profiteren van het onderwijsaanbod, hebben we een duidelijk beleid opgesteld rondom te laat komen. Dit beleid is bedoeld om leerlingen aan te moedigen tijdig op school te zijn en de lessen zonder onderbrekingen te laten verlopen.  

Als een leerling niet op tijd in een les aanwezig kan zijn, dan moet de leerling een te-laatbriefje halen bij de administratie of bij de conciërge. Met dit te-laat-briefje krijgt de leerling alsnog toegang tot de les. Zonder een te-laat-briefje wordt de toegang na aanvang van de les niet toegestaan.  

Bij elk te-laat-briefje wordt een melding in het leerlingvolgsysteem gezet ongeacht de reden. Bij te-laat komen door vooraf gemeld bezoek aan de huisarts/ de tandarts etc. wordt de code AT (afspraak terug) in het leerlingvolgsysteem gezet. Bij alle overige gevallen wordt de code LM (te laat) in het leerlingvolgsysteem gezet. In beide gevallen krijgt de leerling een briefje waarmee de leerling toegang krijgt tot de les.  

Als een leerling MEER dan 15 minuten te laat is en dit is niet vooraf gemeld met een geldige reden door ouders, dan wordt dit beschouwd als een volledig gemist lesuur en dient dit ingehaald te worden! Dit zal in het systeem genoteerd worden als spijbelen (SP).  

Als de leerling een te-laat-briefje heeft gehaald met de code LM (dus niet AT), dan meldt de leerling zich later op de dag ook bij de leerlingcoördinator.  

Leerlingen uit klas 1 en 2 melden zich bij mevr. Koster  
Leerlingen uit klas 3 melden zich bij mevr. Houweling  
Leerlingen uit klas 4 t/m 6 melden zich bij dhr. Van Rijst of mevr. Barzilay  

 

1e keer te laat  
2e keer te laat      Leerlingen mogen 3x geoorloofd te laat komen in het schooljaar  
3e keer te laat  

4e keer te laat        1x 7:45 uur melden en brief naar ouders 
5e keer te laat        1x 7:45 uur melden 
6e keer te laat        2x 7:45 uur melden en contact thuis  
7e keer te laat        2x 7:45 uur melden  
8e keer te laat        2x 7:45 uur melden  

9e keer te laat       hele week 7:45 uur melden en gesprek op school 
10e keer te laat     één dag vierkant rooster (van 7:45 uur tot 16:15 uur) 
11e keer te laat     twee dagen vierkant rooster (van 7:45 uur tot 16:15 uur)  
12e keer te laat     een week vierkant rooster (van 7:45 uur– 16:15 uur)  

13e keer te laat     interne schorsing 1 dag (van 7:45 uur tot 16:15 uur) + contact met thuis 
14e keer te laat     interne schorsing 2 dagen (van 7:45 uur tot 16:15 uur) 
15e keer te laat     interne schorsing 3 dagen (van 7:45 uur tot 16:15 uur) 

16e keer te laat     melding leerrecht   

Bij het voeren van gesprekken (zowel telefonisch als in persoon) worden gemaakte afspraken vastgelegd in het logboek van het leerlingvolgsysteem. Zowel de administratie, als docenten, mentoren, leerlingcoördinatoren en leden van het MT doen dit.  

De schoolleiding behoudt het recht om van bovenstaande regels af te wijken. 

06. Rapport

Drie maal per jaar wordt een rapport uitgereikt. De normering wordt op de website gepubliceerd. Bevordering vindt plaats op grond van de cijfers op het eindrapport, dat een gewogen gemiddelde is van de in het betreffende jaar uitgereikte rapporten. De beslissing van de lerarenvergadering omtrent de bevordering wordt medegedeeld op het eindrapport. Sinds een aantal jaren wordt gewerkt met het zogenaamde voortschrijdende gemiddelde, waarbij ouders thuis via het Magister de resultaten van hun kind kunnen volgen.

06. Veiligheidsbeleid

Op onze school zijn leerlingen aanwezig om te leren. Ze kunnen pas leren en zichzelf ontwikkelen als ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn. Het is van essentieel belang dat ze zich kwetsbaar kunnen opstellen, zich gezien en geaccepteerd voelen, en het gevoel hebben erbij te horen.

Het waarborgen van sociale veiligheid gaat dus verder dan het tegengaan van onveiligheid. Leerlingen hebben de ruimte nodig om te ontdekken waar grenzen liggen, om fouten te maken, om verantwoordelijkheid te leren nemen en daarop aangesproken te worden.

De school is niet alleen de plek waar leerlingen lesstof leren, maar ook waar ze leeftijdsgenoten ontmoeten en kennismaken met de samenleving en verschillen in normen, waarden en omgangsvormen. Dit vraagt om pedagogische professionaliteit en roept vragen op over hoe er op school wordt gedacht over leren en ontwikkeling, de ruimte die leerlingen krijgen om grenzen te verkennen, en de ruimte om van elkaar te leren.

Ook voor medewerkers geldt dat ze hun werk alleen goed kunnen doen als ze zich veilig voelen, zich kwetsbaar kunnen opstellen, en gezien en gehoord worden. Ook zij moeten fouten kunnen maken en aangesproken kunnen worden op verantwoordelijkheden.

Onze school besteedt voortdurend serieuze aandacht aan het creëren van een veilig schoolklimaat en het voorkomen, herkennen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag. We blijven kritisch naar onszelf kijken en zorgen ervoor dat elk incident leidt tot verkleining van de kans op nieuw grensoverschrijdend gedrag. In een cultuur waarin zowel leerlingen als medewerkers worden gestimuleerd om na te denken over hun houding en gedrag en hier openlijk over te praten.

Op onze school hanteren we het pestprotocol, waarin afspraken zijn vastgelegd waaraan leerlingen zich moeten houden. Hierin staat onder andere dat pesten, schelden, het aanraken van elkaars eigendommen, respectloos gedrag en agressief gedrag niet worden getolereerd.

Om de sociale veiligheid in het algemeen te waarborgen, ontwikkelen wij beleid. Het opstellen van gedragsregels, protocollen en sanctiebeleid alleen is niet voldoende om personeel, leerlingen en ouders een gevoel van veiligheid te geven. Door continu met elkaar in gesprek te blijven - in vergaderingen, mentorlessen en oudergesprekken - weten we wat er speelt en wat er nodig is om leerlingen, personeel en ouders te ondersteunen.

Uitgangspunten

De school moet een plek zijn waar rust heerst, waar leerlingen, personeel en ouders/verzorgers zich thuis voelen en zich veilig weten en waar alle betrokkenen respectvol, prettig en vriendelijk met elkaar omgaan. Dat betekent concreet:
 

voor leerlingen:

  • niet pesten of gepest worden; jezelf mogen en kunnen zijn;
  • de lessen kunnen volgen zonder dat je wordt lastiggevallen;
  • weten dat geweld en (seksuele) intimidatie uit den boze zijn;
  • bij iemand terecht kunnen als er problemen zijn;
  • serieus genomen worden door personeelsleden en overige medewerkers;
  • duidelijke afspraken over dit alles.

voor ouders/verzorgers:

  • erop kunnen vertrouwen dat hun kinderen graag naar school gaan;
  • weten dat er geen bedreigingen voorkomen;
  • een open oor vinden voor problemen;
  • weten dat signalen worden opgepakt en problemen aangepakt;
  • duidelijke afspraken over dit alles.

voor personeel en andere medewerkers:

  • met respect bejegend worden door leerlingen, ouders/verzorgers, collega's,
  • weten dat problemen worden aangepakt;
  • ergens terecht kunnen met signalen;
  • duidelijkheid over wat er gebeurt bij calamiteiten;
  • duidelijke afspraken over dit alles.

voor de omgeving/de buurt:

  • geen overlast van leerlingen die rond de school hangen;
  • geen vandalisme, vervuiling of diefstal;
  • weten dat leerlingen worden aangesproken op hun gedrag;
  • een aanspreekpunt voor suggesties of eventuele klachten;
  • signalen worden opgepakt en problemen aangepakt.

Om deze visie op veiligheid te borgen en in de praktijk uit te kunnen voeren, maakt de school gebruik van het zogenaamde digitaal veiligheidsplan van de organisatie School en Veiligheid. In dit digitaal plan worden alle protocollen en procedures die gebruikt worden door de school op het gebied van veiligheid verzameld. Hierdoor behoudt de school een goed overzicht.

Voorbeelden van deze protocollen en procedures zijn afspraken rondom pesten, reizen naar het buitenland, afspraken met politie, afspraken rondom medicijnverstrekking, de klachtenregeling, checklist calamiteiten.

07. De Liftklas

De Liftklas is één tot twee jaar onderwijs voor leerlingen die aan het eind van groep 8 of De Internationale Vos nog een taalachterstand hebben. Door deze achterstand kunnen zij het voortgezet onderwijs nog niet volgen op het niveau dat haalbaar zou kunnen zijn, terwijl ze daar wel de capaciteiten, inzet en motivatie voor hebben. Door in de Liftklas vooral veel aandacht te besteden aan Nederlands en aan vaktaal in de reguliere vakken wordt bereikt dat de leerlingen een veel betere start maken in het VMBO, HAVO of VWO. Het doel is dat zijn in het derde leerjaar  kunnen doorstromen op een hoger niveau dan bij hun start in de Liftklas. De Liftklas wordt aangeboden voor leerlingen met tenminste een KBL-advies.

Binnen de Liftklassen worden extra lesuren Nederlands aangeboden. Er wordt bij alle reguliere vakken veel aandacht besteed aan woordenschatuitbreiding en het verwerven van leerstrategieën. Ook technisch lezen, leesstrategieën, spelling, spreken en schrijven van teksten zijn onderdeel van het programma.

De meeste leerlingen gaan na de Liftklas, bij voldoende capaciteit, naar een hoger niveau dan aanvankelijk werd geadviseerd. Met andere woorden: de Liftklas vergroot de kansen voor leerlingen op een succesvolle schoolloopbaan in het voortgezet onderwijs, in de meeste gevallen zonder tijdverlies.

Het aanmelden

Leerlingen uit de regio Maassluis/Rozenburg/Schiedam en Vlaardingen kunnen aangemeld worden bij Liftklas. Leerlingen uit een andere regio kunnen een verzoek doen tot plaatsing. Aanmelding vindt plaats op advies van de basisschool of Steunpunt Onderwijs te Schiedam. Ouders kunnen hun kind ook rechtstreeks aanmelden.

07. Het rapport

Driemaal per jaar wordt een rapport uitgereikt. De bevorderingsregels worden bij het eerste rapport op de website gepubliceerd. Bevordering vindt plaats op grond van de cijfers op het eindrapport, dat een voortschrijdend gemiddelde is van de in het betreffende jaar uitgereikte rapporten. De beslissing van de lerarenvergadering omtrent de bevordering wordt medegedeeld op het eindrapport. Sinds een aantal jaren wordt gewerkt met het zogenaamde voortschrijdende gemiddelde. Ouders kunnen thuis te allen tijde via Magister de resultaten van hun kind  volgen. 

07. Het rapport

De leerlingen krijgen driemaal per jaar een rapport uitgereikt. Bevordering vindt plaats op grond van de resultaten op het eindrapport, dat een gewogen gemiddelde is van de in het betreffende jaar uitgereikte rapporten. De beslissing van de lerarenvergadering omtrent de bevordering wordt medegedeeld op het eindrapport. Sinds een aantal jaren wordt gewerkt met het zogenaamde voortschrijdende gemiddelde. Ouders kunnen thuis via een ouderaccount de actuele resultaten volgen via Magister. De bevorderingsnormen zijn terug te vinden op de website.  

Pagina 9 van 13Eerste   Vorige   4  5  6  7  8  [9]  10  11  12  13  Volgende   Laatste